De geschiedenis

Zo’n 60 miljoen jaar geleden was dit gebied een binnenzee en op de bodem daarvan ontstond een fossiele afzetting; een mergellaag. Dit sedimentaire gesteente werd door later optredend vulkanisme omhoog geduwd. De botsing der continenten zal ook hier aan bijgedragen hebben. Nu worden nog steeds mergelblokken gedolven uit de groeven in de heuvels. De Kluis is destijds ook van dit materiaal gebouwd.

De plaats waar de Kluis staat is niet alleen de mooiste streek van Nederland maar ook de bakermat van de streekgeschiedenis die op ‘zijn beurt weer een belangrijke plaats inneemt in de historie van Noord/West Europa.

Onder aan de berg waar de Kluis op staat liggen drie kastelen ‘Genhoes’, ‘Schaloen’, en ‘Oost’. Rond 1085 kwam Thibald van Fouron (Voeren), als gezant van Oppervoogd Godfried van Bouillon, op kasteel ‘Genhoes’ te Falchenberg wonen. Hij kreeg in 1087 van zijn grote baas de opdracht om op de Heunsberg ’n donjon, een verdedigingstoren, te bouwen om vijanden het hoofd te kunnen bieden en het land van Fauquemont te beheersen. Deze toren groeide uit tot een behoorlijke hoogteburcht. De enige in Nederland en in de latere Middeleeuwen door verscheidene ridder- en drossaardgeslachten bewoond. In het rampjaar 1672 werd dit kasteel door de staatse troepen van Willem III opgeblazen omdat men de verovering door de Fransen vreesde. Hun machtsvertoon wilden de staatsen voorkomen.

Er brak een zeer onrustig tijdperk voor dit gewest aan. Door het Partage Traktaat van 1661 was het land al zeer versnipperd, moeilijk bestuurbaar en overal botsten godsdienstige stromingen.

Staatse en Spaanse Partage

In de Vrede van Münster van 1648 kwam er geen overeenkomst over het land tot stand. Op 26 december 1661 sloten de republiek en Spanje het partagetraktaat, waarin de landen van Overmaze werden verdeeld. Sindsdien waren er een Land van Valkenburg Staatse Partage en een Land van Valkenburg Spaanse partage.

Spanje kreeg de heerlijkheden en dorpen, Nuth, Oud-Valkenburg, Strucht, Schin op Geul, het huis Oost op de Geul, Wijnantsrade (omstreden Vrije Rijksheerlijkheid), Geleen, Schinnen, Spaubeek, Oirsbeek, Jabeek, Brunssum, Schinveld, Hoensbroek, Vaesrade en Schaesberg. De weg door Schaesberg lopend, met aan weerszijden een kleine roede grond, kwam onder de soevereiniteit der Republiek met dien verstande, dat de inwoners van Schaesberg deze weg vrijelijk konden gebruiken. Het klooster St. Gerlach, ofschoon te Houthem op Staatsgebied gelegen bleef eveneens onder Spaanse soevereiniteit. De bewoners van dit klooster mochten vrijelijk gebruikmaken van de weg door Houthem lopend, naar Oud-Valkenburg, Schin op Geul en Berg. Van eventuele tollen enz. waren de inwoners en bezoekers van het klooster op deze weg vrijgesteld. Verder bleven de volgende buitenlenen van het Land van Valkenburg onder Spaanse soevereiniteit: de Abtshof van Godsdaal (Valdieu) te Munstergeleen, het dorp St. Maartensvoeren, het huis en kasteel Wolfrath te Born, de tienden van Reimersdael, de hoeve Kunrade, de heerlijke goederen en tienden van Teuven, de heerlijkheid en het huis Limbricht, de molens van Schersel bij Aken, de molens te Susterseel, het leenhof van de zeventien mannen te Sombref, het veer van Stockhem, de heerlijkheid Visscherweert, de hoeve Langvelt in het hertogdom Limburg en het leen van Reymerstok.

De Staten-Generaal kregen Kasteel en de stad Valkenburg, de banken, Heerlijkheden en dorpen Meerssen, Houthem, Haren (Borgharen) Geul, Ulestraten, Bunde, Ambij, Itteren, Klimmen, Hulsberg, Schimmert, Eijsden, Herkenrade, Eckelrade, Beek, Neerbeek, Bergh, Bemelen, Terblijt en Heerlen en de weg door Schaesberg waarover hiervoor is gesproken. Verder de buitenlenen van het Land van Valkenburg: Hurth (Rijnland) Mesch, Leuth (Belgisch Limburg), de Witte Poort van Stein te Stein, het adellijk huis en hoeve Eijs, de grote en kleine Blankenberg onder Cadier, de goederen te Rekhem, Belgisch Limburg, gelegen, de veren over de Maas te Rekhem en te Geul, het leen te Bilsen genaamd het Mangelt, de goederen gelegen te Uyckhoven, het Eyscher bos, gelegen te St. Geertruid en het leen van Bruysterbosch.

De verdeling werd in 1663 uitgevoerd.