Een kluis is een afgezonderde woning van een kluizenaar. Hier op de Sjaasberg had de kluizenaar bij zijn sober onderkomen nog een fraaie kapel ter beschikking om volgens zijn levenskeuze een ascetisch bestaan te leiden.
De kluizenaar wordt ook wel heremiet genoemd. Naast de meditatiemogelijkheid in zijn woonvertrek kon hij ook door misviering of gebedsoefeningen in de kapel beschouwend bezig zijn. Eén van de leefregels verplichtte hem zelf in zijn onderhoud te voorzien en in de tuin rondom de kluis teelde hij groente en fruit, terwijl hij daarnaast als catecheet of diaken indien nodig het geestelijke leven in de nabij gelegen parochies mee verzorgde. Hij leefde dus niet altijd teruggetrokken. Dit maakte voor de minder standvastige karakters de leefwijze wel draaglijker.
Sint Jan de Doper leren we in het begin van het Christendom kennen als een voorbeeldige heremiet. Zijn verstorven leven in de woestijn was voor veel kloosterlingen ’t model voor hun klooster- of kluizenaarsleven. De kluizenaars van de de Sjaasberg hebben meegebouwd aan het geestelijk welzijn van deze streek.
De Kluis op de Sjaasberg
De Kluis is een religieus monument op de top van een heuvel ten noorden van het Geuldal. De naam Sjaasberg heeft te maken met het vormen van de scheiding tussen de eigendommen van Schaloen en Genhoes. Sjaa(t)s is scheiding of grens. De naam sjaa(l)s kan ook afkomstig zijn van schedelplaats.
Het gebouw op deze schitterende plek in het hellingbos gelegen, was gedurende twee en een halve eeuw het onderkomen van kluizenaars. Het is in 1976 helemaal gerestaureerd en staat open voor bezoekers. Liturgische diensten vinden er niet plaats.
De Kluis is eigendom van de vereniging tot behoud van Natuurmonumenten.
De stichting Sjaasbergergank werkt al meer dan 45 jaar samen met Natuurmonumenten.